Virtuoze technieken
In zijn werk maakte Hugo van Oignies gebruik van verschillende artistieke procedés. In tegenstelling echter tot zijn tijdgenoten, die graag gebruik maakten van kleuren in de vorm van edelstenen en email, is het werk van Hugo veel soberder en minder kleurrijk. De nadruk ligt op de technische virtuositeit van de metaalbewerking. Hij besteedde veel aandacht aan de kwaliteit van de motieven en de uitwerking ervan. Hij gebruikte verschillende technieken naast elkaar of combineerde ze. De door Hugo gekozen thema’s sluiten volledig aan bij de zuivere christelijke traditie, maar, net als bij sommige boekverluchters, zijn in de ‘marges’ van zijn werk een rijkdom aan motieven en een grote fantasie wat betreft de iconografische keuzes terug te vinden.
Hugo muntte uit in vele technieken, waaronder niëllo, filigraan, ciseleren en stempelen. Voor niëllo worden de groeven van een plaat edelmetaal opgevuld met een pasta bestaande uit een mengsel van koper, lood en zwavel. Wanneer het werkstuk in de oven wordt verhit, kleurt de pasta zwart. Filigraanwerk vraagt een bijzondere vaardigheid. Een fijne goud- of zilverdraad wordt met een tangetje gebogen, gedraaid en gevlochten en op de drager bevestigd om een reliëfeffect te verkrijgen. Uit Hugo’s ciseleerwerk blijkt zijn talent als tekenaar. De stempeltechniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van holle matrijzen die toelaten om motieven te herhalen, bood hem nieuwe compositiemogelijkheden die spontaner en frisser waren en hebben bijgedragen tot zijn roem.
Hugo van Oignies, Platten van het evangeliarium, na 1228 - ca. 1230.
Hugo van Oignies in gebed in de linkerbenedenhoek van het ‘plat met Christus in Majesteit’ van het evangeliarium. Dit door broeder Hugo ontworpen kunstwerk is als een staalkaart van de verschillende technieken die hij beheerste: geniëlleerde platen, stempeling met ranken en filigraan met figuratieve motieven.
Hugo van Oignies, De zogenaamde kelk van Gilles de Walcourt, 1228.
De prachtige voet van deze zogenaamde beker van Gilles van Walcourt getuigt van het weergaloze talent van broeder Hugo. Hij is versierd met tien geniëlleerde lancetmotieven die Bijbelse figuren voorstellen, bovenaan telkens bekroond met een grote parel.
Hugo van Oignies, Reliekhouder van de rib van de heilige Petrus, 1238.
De armen van de reliekhouder met de rib van de heilige Petrus hebben een decor van spiraalvormig filigraan met wijnranken en druiventrossen en ook gewapende jagers en hun honden die herten achtervolgen.
Hugo van Oignies en atelier, Tweede fylacterion van de heilige Andreas, ca. 1230-1235.
Op de achterkant van het tweede fylacterion van de heilige Andreus troont Christus op een brede bank, een wereldbol in de hand en omgeven door symbolen van de evangelisten met aureool. Het iconografisch vocabularium van broeder Hugo vertoont soms van werk tot werk minieme variaties. Opvallend is de buitengewone technische kwaliteit van reliëf, gravure en ciseleerwerk van de ranken.
Hugo van Oignies en atelier, Fylacterion va de heilige Martinus, ca. 1230.
Het fylacterion van de heilige Martinus is door zijn afmetingen en ietwat overdadige afwerking een van de belangrijkste stukken van de schat. Het heeft een parelrand en is versierd met grote cabochons in bergkristal. De lobben met cabochons zijn afgewisseld met puntige en gestempelde zilveren palmetten.