Leverancier van rijkdommen
Tussen de 11e en 13e eeuw werden een tiental kruistochten georganiseerd, met als voornaamste doel de heilige plaatsen te heroveren op islamitische heersers. Jacob van Vitry, de biechtvader van Maria van Oignies, heeft een belangrijke rol gespeeld in dit fascinerende verhaal. Het jaar dat Maria overleed, pleitte hij voor een kruistocht tegen de albigenzen (bewoners van Zuid-Frankrijk die als ketters werden beschouwd) en daarna voor de vijfde kruistocht die onder leiding van Andreas II van Hongarije naar Egypte trok. Nadat hij had deelgenomen aan het Eerste Concilie van Lateranen, werd Vitry in 1216 benoemd tot bisschop van Akko, een stad in de baai van Haïfa in het noorden van Israël.
Vanuit Akko steunde hij de kruisvaarders bij hun strijd in Egypte. Vanaf 1222 stuurde de bisschop relieken en andere kostbare objecten naar het klooster van Oignies waaraan hij verknocht was gebleven. Hij bevond zich op de plaats waar het christendom was ontstaan en dus was het niet moeilijk om gewaarmerkte relieken van de eerste heiligen te verzamelen. In Oignies verwerkte broeder Hugo de uit het Oosten afkomstige objecten in spectaculaire reliekhouders. Na tien jaar keerde Vitry naar Europa terug. De vijfde kruistocht waarvan hij een van de grote voorstanders was geweest, was in een totale mislukking geëindigd. Hij bood aan de paus zijn ontslag aan als bisschop van Akko en werd hulpbisschop in het bisdom Luik. Kort daarop trok hij weer naar Oignies.
Eind 1228 werd Vitry benoemd tot kardinaal-bisschop van Tusculum, een van de bisdommen van Rome. In het kader daarvan voerde hij voor de curie verschillende diplomatieke missies uit in Frankrijk, maar ook in Palestina. Deze nieuwe functies boden hem opnieuw de kans om edelstenen en allerlei relieken naar het klooster van Oignies te sturen. Nadat hij deken was geworden van het College van Kardinalen, overleed hij in 1240 in Rome. Volgens zijn laatste wens werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Oignies, waar het werd bijgezet naast dat van zijn vriendin, de zalige Maria van Oignies. Hij legateerde verschillende geschriften en de objecten van zijn privékapel aan de priorij van Oignies.
Sicilië, Ivoren bisschopsstaf (gedeelte), ca. 1216.
De bisschopsstaf eindigt in de vorm van een slang die haar bek openspert om het breedarmige kruis op de rug van een lam dat Christus symboliseert, te verslinden. Dit ivoren object in de vorm van een herdersstaf – het insigne bij uitstek van een bisschop – heeft zeker aan Jacob van Vitry toebehoord.
Italië of Palestina?, Bisschopsringen, 1216-1240.
Deze twee, uiterst sobere bisschopsringen zijn versierd met saffieren. Ze werden gedragen door de bisschop van Akko.
(Siculo-Arabisch) Sicilië, Ivoren koffertjes, ca. 1220-1240.
Deze vier ivoren koffertjes werden zeker gebruikt om relieken uit het Heilig Land naar de priorij van Oignies te transporteren.
Atelier van Oignies, Grote torenreliekhouder van de heilige Nicolaas, ca.1620.
In het midden van de torenreliekhouder van de heilige Nicolaas bevindt zich de loculus voor de relikwieën, waarvan we hier het onderste gedeelte zien. Het buisje dat olie zou bevatten afkomstig van het graf van de heilige in Bari, is vaag te zien. Het is zeker dat de relikwieën van de patroonheilige van de priorij werden geschonken door Jacob van Vitry, die kardinaal was geworden, en dat ze rond 1243 in de reliekhouder werden aangebracht.